Fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting

Fiscaal partnerschap
Met ingang van 2011 zijn de regels voor het fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting fors gewijzigd. Het grote voordeel van het fiscaal partnerschap ligt in het feit dat bepaalde inkomsten en aftrekposten op de fiscaal voordeligste wijze mogen worden verdeeld tussen de fiscale partners, of in het feit dat wanneer slechts één van de twee partners inkomen heeft de niet-werkende partner een deel van de algemene heffingskorting kan laten uitbetalen.

Tot en met 2010 waren gehuwden die niet duurzaam gescheiden leefden automatisch elkaars fiscale partner, hetgeen eveneens gold voor geregistreerde partners (omdat die fiscaal als gehuwden werden aangemerkt).
Samenwonenden die zich niet hadden laten registreren waren elkaars fiscale partner als zij voldeden aan de volgende voorwaarden:

  • men had in een bepaald jaar meer dan 6 maanden onafgebroken een gezamenlijke huishouding gevoerd;
  • beide partners stonden in die periode op hetzelfde adres ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP);
  • beide partners waren in de betreffende periode 18 jaar of ouder;
  • men koos samen voor de kwalificatie als fiscale partner, een keuze die men ieder kalenderjaar opnieuw maakte bij het indienen van de aangiften inkomstenbelasting.

Fiscaal partnerschap vanaf 2011

Met ingang van 2011 is de mogelijkheid voor samenwonenden om voor de inkomstenbelasting te kiezen voor fiscaal partnerschap vervallen. Onder de nieuwe regelgeving is men “verplicht” fiscale partners, of men is het simpelweg niet.

Gehuwden en geregistreerd partners zijn automatisch elkaars fiscale partner, los van het feit of men samenwoont of op hetzelfde adres staat ingeschreven bij de gemeente.¹)
Echtgenoten die niet op hetzelfde adres ingeschreven staan en die een formeel verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed hebben ingediend zijn geen fiscale partners.

Samenwoners die beiden staan ingeschreven op hetzelfde woonadres²) zijn verplicht elkaars fiscale partner wanneer voldaan wordt aan minimaal één van de volgende voorwaarden:
– men heeft een notarieel samenlevingscontract en is beiden meerderjarig;
– men woont samen in een woning waarvan beiden gezamenlijk eigenaar zijn³);
– men heeft samen een kind, of de ene partner heeft het kind van de andere partner erkend;
– men heeft de partner aangewezen als gerechtigde tot het partnerpensioen;
– (dit is een uitbreiding vanaf belastingjaar 2012) men staat samen met een partner en een kind van één van beide partners op hetzelfde adres bij de Basis Registratie Personen ingeschreven, een uitbreiding bedoeld voor samengestelde gezinnen;
– men was het voorafgaande jaar al elkaars fiscale partner. Hier kan bijvoorbeeld sprake van zijn indien het notariële samenlevingscontract verbroken wordt maar men wel blijft samenwonen, of bij het overlijden van het gezamenlijke kind.

Voor ongehuwd samenwonenden die niet minimaal voldoen aan één van de genoemde eisen, geldt dat zij vanaf 2011 dus niet meer in aanmerking komen voor het fiscaal partnerschap. Dit kan vervelende financiële gevolgen hebben. De eenvoudigste oplossing is om een notarieel samenlevingscontract aan te gaan.
Er is nadrukkelijk geen overgangsregeling getroffen, dus ook samenwonenden die al jaren voor het fiscale partnerschap hadden gekozen werden bij de belastingaangifte over 2011 geconfronteerd met de nieuwe wetgeving.

Voor een aantal voorbeelden van het al dan niet aanwezig zijn van fiscaal partnerschap kunt u hier klikken.

Voor de erf- en schenkbelasting geldt een ander partnerbegrip. Dit kunt u hier nalezen. Ook voor de toepassing van de verschillende Toeslagen (zorgtoeslag, huurtoeslag enz.) geldt trouwens een ander partnerbegrip.

¹) Echtgenoten die al jaren duurzaam gescheiden leefden zijn door deze bepaling ineens weer fiscale partners geworden vanaf 2011. Met alle ongewenste (en door de wetgever onvoorziene) gevolgen van dien, bijvoorbeeld voor de eigenwoningregeling. Uit de vierde nota van wijziging bij het wetsvoorstel 32505 van vrijdag 12 november 2010 is uiteindelijk gebleken dat de wetgever een aantal onvoorziene gevolgen ongewenst achtte. Voor de eigenwoningregeling is de regeling in die zin aangepast dat in bepaalde gevallen het voorheen gebruikte begrip “duurzaam gescheiden levende echtgenoot” weer gebruikt wordt, zie artikel 3.111 lid 4 Wet inkomstenbelasting 2001.
²) De voorwaarde van inschrijving op hetzelfde adres geldt niet als die inschrijving niet mogelijk is door opname in een verpleeg- of verzorgingshuis.
³) De eigendomsverhouding is niet van belang, dus is de een 80% eigenaar en de ander 20%, ook dan kwalificeert men voor het fiscaal partnerschap.

Informatie

Hebt u opmerkingen na het lezen van dit artikel over het fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting? Stuur ons een e-mail via info@visservaneck.nl.
Meer weten over onze dienstverlening als administratiekantoor?
Naar onze homepagina? Voor meer artikelen klikt u hier.

Om de leesbaarheid van dit artikel over het fiscaal partnerschap te bewaren zijn uiteraard alleen de hoofdpunten van de materie besproken kunnen worden. Aan de juistheid van het artikel hebben we veel aandacht besteed. Aansprakelijkheid voor de inhoud of voor handelen van derden op basis van de inhoud kan niet worden aanvaard. Het is niet toegestaan om (delen van) de inhoud van onze website te gebruiken, te vermenigvuldigen of te verspreiden anders dan door een link te plaatsen naar de betreffende pagina van onze website.
© Administratiekantoor Visser & van Eck BV Capelle a/d IJssel. Auteur: mr. L.C. van Trotsenburg.

 


 

andere onderwerpen:
| werkkostenregeling | erf- en schenkbelasting | verklaring arbeidsrelatie | factuureisen |
| kleine ondernemersregeling | administratieve achterstanden wegwerken | opzetten administratie |
| administrateur rotterdam | administratie uitbesteden | financiële administratie |
| loonadministratie rotterdam | salarisadministratie rotterdam | boekhoudkantoor rotterdam |
| salarisadministratie capelle | aangifte loonheffing | controle administratie | sitemap |